donderdag 21 november 2013

Geschiedenis van Groen : van beweging(en) tot partij.

1. Inleiding.

Groen is de ecologische partij van Vlaanderen,die in 2012 ongeveer 7250 leden telt.
Tot 2003 heette de partij Agalev. In 2003 werd de naam omgedoopt  tot Groen! , daarna gewoon Groen . Wouter Van Besien is momenteel de voorzitter van Groen. Bekende kopstukken van de ecologische partij zijn : Kristof Calvo ( federaal parlement) , Mieke Vogels ( Vlaams parlement) , Meyrem Almacı ( federaal parlement) , Elisabeth Meuleman ( Vlaams parlement), Wouter De Vriendt ( federaal parlement) , Bruno De Lille ( Brussel hoofdstedelijke gewestregering) , enz.


Met hun duidelijke en uitgesproken kritiek op de huidige neoliberale vrije markteconomie, hun keuze voor een groene economie, hun keuze voor een emancipatorisch en krachtgericht armoedebeleid,eerlijke handelen , sociale rechtvaardigheid en herverdeling en hun standpunten over homohuwelijk,onderwijs, huisvesting, mensen zonder papieren en consuminderen positioneert en profileert Groen zicht duidelijk sterk sociaal, ecologisch en links.


2. De geschiedenis van Groen.

De oorsprong van de Agalev (Anders gaan leven) ligt in de jaren ’70 van de vorige eeuw. De Vlaamse groene partij Agalev ( later Groen) kwam voort uit de beweging Anders Gaan Leven van Luc Versteylen en de nieuwe sociale bewegingen zoals de vredesbeweging, de Noord-Zuidbeweging , holebibewegingen, de milieubewegingen , enz.

2.1. Ontstaan van de beweging Anders Gaan Leven.

Vanaf de vroege jaren ’70 trachtte jezuïet-leraar Luc Versteylen zijn leerlingen aan het Borgerhoutse Xaveriuscollege warm te maken voor de ecologische waarden . Van meet af aan is duidelijk dat Agalev méér wil dan opkomen voor natuurbehoud. Vanuit sociologisch standpunt sluit Agalev aan bij de postmaterialistische generatie: ze zette zich af tegen de consumptiemaatschappij en ze pleit voor samenhorigheid, toen nog ‘stilte’ en ‘soberheid’ genoemd, en andersglobalisering. Hoewel de beweging zich in de eerste jaren vooral tot de eigen leden richtte, werd al in 1971 een kleine uitgeverij op poten gezet. Daarbij passen de groenen hun eigen principes ook in de praktijk toe: het bescheiden propagandamateriaal wordt gedrukt op kringlooppapier.
Vanaf 1973 treedt Anders Gaan Leven steeds meer naar buiten  via sociale actie. Ze zet zich af tegen de gevestigde maatschappelijke structuren. Ze verzamelt al snel de voorstanders van basisdemocratie, wereldvrede, verdraagzaamheid en interculturalisme, vrouwenrechten, holebirechten, rechten van zwakke weggebruikers en sociale gelijkheid onder haar vleugels en richt haar pijlen op overconsumptie, atoomwapens en kernenergie.


Eén van de eerste sociale actiemethodieken naar de buitenwereld toe zijn de Groene Fietsers . Bekende acties zijn de acties tegen het Duwvaartkanaal in 1973 en de ware volkshype ‘Spaar Je Hectare’. Daarvoor richten de meest geëngageerde leden binnen Anders Gaan Leven ‘actiegroepen’ op en beginnen zich beter te organiseren. De meer theoretisch en strategisch  georiënteerde leden komen samen in ‘dagelijkse doeningen’ en ‘reflectiegroepen’.

2.2. Oprichting van de partij Agalev  1979.

De geboorte van de politieke partij Agalev volgt enkele jaren na die van haar Franstalige tegenhanger Ecolo.
In 1974 en 1976 neemt Anders Gaan Leven nog niet deel aan de verkiezingen in eigen naam, maar steunt ze welbepaalde kandidaten op de lijsten van traditionele partijen. Deze kandidaten beloven rekening te houden met de maatschappelijke verzuchtingen, maar vergeten na de verkiezingen al snel hun beloften.
Het werd toen heel  duidelijk: als de groenen hun eisen politiek rond sociale en ecologische rechtvaardigheid willen bewerkstelligen , zullen ze het zelf moeten doen door actief deel te nemen aan de politiek.
Binnen de beweging  woedt op dat ogenblik een hevig debat of Anders Gaan Leven een politieke partij moet worden of een maatschappelijke beweging blijven. Er zijn voor – en tegenstanders.
De drang op te kunnen wegen op de politieke besluitvorming en meer sociaal-ecologische rechtvaardigheid te bewerkstelligen , maakt dat er uiteindelijk toch besloten  wordt om deel te nemen aan de verkiezingen. In 1979 dient Anders Gaan Leven op diverse plaatsen lijsten in onder de verkorte naam Agalev.
De eerste resultaten waren echter  matig. Het Landelijke Beraad van Anders Gaan Leven richt daarom een Agalev Werkgroep op om mensen uit de nieuwe sociale bewegingen en mensen met politieke ervaring aan te trekken.
Met succes, want bij de Europese verkiezingen van 1979 breken de groenen eindelijk door met 2,3 procent van de stemmen. Niet slecht voor een partij zonder middelen en zonder bekende koppen.
Bij de vervroegde verkiezingen van 1981 haalt Agalev meer dan vier procent van de stemmen binnen en heeft plots drie verkozenen in het nationale parlement . Naast senator Marjet Van Puymbroeck zetelen ook Ludo Dierickx en Fernand Geyselings als volksvertegenwoordiger. In de provincie Antwerpen werden er vier provincieraadsleden verkozen , nl Marjet Van Puymbroeck, Jan Halsberghe, Mikke Maerschalck en Louis Lanslots.


De schokgolf die dit binnen de Belgische politiek teweegbrengt, is enorm. Vooral de verkiezing van het provincieraadslid had een hoge symboolwaarde. Sinds 1932 is geen enkele niet-traditionele partij immers nog in een provincieraad geraakt. Socialisten en christen-democraten hopen hun graantje mee te pikken door groene programmapunten over te nemen en een deel van de kiezers te recupereren, maar slagen er niet in de kiezer te overtuigen.
Vanaf dit ogenblik zijn er drie verkozenen in het parlement die zich fulltime met de realisatie van het groene gedachtegoed kunnen bezig houden. Ze verzamelen een kleine professionele staf rondom zich. Agalev laat zich in die tijd vooral gelden als zweeppartij die de klassieke partijen het vuur aan de schenen wil leggen op het vlak van ecologische en sociale vraagstukken. Waar de grote partijen ideologisch in ademnood zitten, presenteren de groene een nieuw globaal-maatschappelijk project dat door de kiezers fel gesmaakt wordt. De groenen geloven in de maakbaarheid van de maatschappij. Ze willen een einde stellen aan de ecologische roofbouw op onze planeet en de doorhol-economie en tegelijk de economische groeidrang ombuigen tot een duurzame economie, zowel in het westen als in de zogenaamde Derde Wereld. Anderzijds trachten ze de gemeenschapsgerichte zelfontplooiing en de basisdemocratie te bevorderen.
Het onverhoopte succes van Agalev overtuigt de meeste groenen van de ingeslagen koers. Dit resulteerde in de officiële oprichting van de politieke partij Agalev in 1982. Leden van allerlei organisaties uit het middenveld stonden mee aan de wieg van de partij Agalev :  buurt – en samenlevingsopbouwprojecten, Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu, Oxfam, Amnesty International, Elcker-Ik , Artsen zonder grenzen en vredesbewegingen. Toch komt er geen eigen groene zuil.








Tijdens het stichtingscongres in maart 1982  in Tielrode worden er partijstructuren opgezet. Later in datzelfde jaar ( mei 1982)  congresseert men in Hasselt over de beginselverklaringen van de partij Agalev.
In de beginjaren protesteerde Agalev vooral tegen milieuvervuiling, kernenergie, de consumptiemaatschappij, de stijgende armoede en sociale uitsluiting, de neoliberale vrije markteconomie en waren ze samen met tal van nieuwe sociale bewegingen zoals Oxfam de drijvende krachten achter de grote betogingen tegen kernwapens in België. Agalev pleitte voor een meer duurzame en eerlijke economie,voor meer biologische landbouw, de bescherming van het klimaat en de ecosystemen, groene energie,een emancipatorisch armoedebeleid, het basisinkomen, meer sociale zekerheid, homohuwelijk en het allochtonenstemrecht.

2.3. Bloei en groei van Agalev (de jaren  80).

In de tweede helft van de jaren ’80 bouwt Agalev verder aan haar programma en weet zich te profileren tijdens de massale betogingen tegen de kernwapens. Tijdens de jaren ’90 word de partij verder geprofessionaliseerd . De partij positioneert zich links van de socialisten en tegen onverdraagzaamheid. In het programma komen levenskwaliteit en solidariteit voorop te staan.

In  1985 schommelt het ledenaantal lang rond de 1.000. Door een actieve ledenzorg stijgt dit stelselmatig bij elke verkiezing tot een niveau van 2000 à 3000 omstreeks 1989 (in 2005 is dat ongeveer 6.500). Dat blijft weinig in vergelijking met het aantal groene kiezers, minder dan 1 procent. Bij de traditionele partijen bedraagt die ratio ongeveer 7 procent. Bovendien is de band met de kiezer vrij los en indirect. De groene kiezers en leden zijn méér dan gemiddeld kritisch. Agalev moet hen bij elke verkiezing opnieuw overtuigen en knokken voor elke stem. Rond de kern van Agalev-leden trachten de groenen meer sympathisanten te bereiken en de basis te verbreden. Hoewel die situatie perfect overeenkomt met vergelijkbare partijen in het buitenland en met de hele sector van de nieuwe sociale bewegingen bleef de ambitie toch op termijn uit te groeien tot een stabiele, middelgrote partij. Vanaf het begin bekleden vrouwen volop de belangrijkste plaatsen binnen de partij-organen en op de verkiezingslijsten. Die trend wordt verder gezet door vrijwillig en eerder dan de klassieke partijen het ritssysteem toe te passen. Binnen de partijraden leggen de groenen de lat voor zichzelf even hoog: overal moeten vrouwen en mannen evenveel vertegenwoordigd zijn. In dezelfde periode organiseren de jongeren zich apart als Jong-Agalev (tegenwoordig Jong Groen ) , allereerst onder de Leuvense studenten. Zij richten zich vooral op thema’s die jongeren en studenten wakker houden en proberen zo een nieuw publiek aan te spreken.

2.4. Een negatieve ervaring met de macht 1995.

In de eerste helft van de jaren 90 moet Agalev enkele bittere pillen slikken. Vanuit de oppositie steunt de partij de staatshervorming van de Sint-Michielsakkoorden . In ruil krijgen de groenen een taks op wegwerpdrankverpakking. In 1995 zijn er ook verkiezingen. De traditionele politieke partijen hebben te kampen met een negatieve sfeer van omkoperij wegens het Agustaschandaal. Agalev trekt daarom met het thema ‘propere handen’ naar de kiezer, maar die laatste geeft zijn stem liever aan de underdog, de gekwetste SP. Onverwacht verliest Agalev terrein. De groenen beseffen dat ze zich beter moeten organiseren als ze willen blijven opboksen tegen de traditionele partijen en de toenemende verrechtsing. Het sein voor de broodnodige professionalisering is gegeven: het personeel wordt efficiënter ingezet en de communicatie oogt moderner.

De partij positioneert zich links van de socialisten en tegen onverdraagzaamheid. In het programma komen levenskwaliteit en solidariteit voorop te staan.

2.5. De Regeringsdeelname  1999-2004 .


In 1999 behaalt Agalev ( mede dankzij de dioxinecrisis) een bijzonder goede score .  Ze behalen en historische score van meer dan 11% bij  de federale ,Vlaamse  ,Brusselse en Europese verkiezingen en respectievelijk vijftien ,twaalf en een tweede zetel.  Ecolo, de Waalse groene partij, doet het even goed en de groenen worden uitgenodigd voor formatiegesprekken over de nieuwe federale en regionale regeringen. Agalev stapt zowel in de Federale als Vlaamse regering. Agalev krijgt in de federale regering bevoegdheid over onder meer leefmilieu, volksgezondheid, dierenwelzijn, voedselveiligheid en ontwikkelingssamenwerking.

In de Vlaamse regering zijn de groenen onder meer verantwoordelijk voor leefmilieu, landbouw, welzijn en gelijke kansen, en ook ontwikkelingssamenwerking.

Op federaal niveau en dankzij Agalev werd er beslist tot de uitstap uit kernenergie, werd  het Federaal voedselagentschap opgericht, kwam er een anti-discriminatiewet , werd  het homohuwelijk goedgekeurd, kwam er een wet op de patiëntenrechten, werden duizenden asielzoekers geregulariseerd ,  werd een groeipad naar de 0,7%  van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking ingesteld en kwam en migrantenstemrecht voor niet EU-burgers voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Op Vlaams niveau werd er  voluit gekozen voor duurzame en biologische landbouw, kwam er een grote oppervlakte aan natuur- en bosgebied bij, kwam er een baanbrekend akkoord met de zorgsector als antwoord op de ‘witte woede’, kwamen  er maatregelen voor meer kwaliteit van leven via het systeem van  tijdskrediet, kwam er ruime aandacht voor milieu en gezondheid en kwamen men er nieuwe instrumenten voor mensen met een handicap , zoals het Persoonlijk Assistentie Budget( PAB).

Het bestrijden van armoede en sociale ongelijkheid  vraagt een participatief en krachtgericht armoedebeleid dat de sociale uitsluitingen benoemt en aanpakt , grondrechten garandeert, de binnenkant ( de belevingswereld) van mensen in armoede respecteert en  vertrekkende vanuit de krachten, vaardigheden en overlevingsstrategieën  van mensen in armoede samen met hen duurzame stappen vooruit zet.

De ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede speelt hier een enorm belangrijke rol. Zij weten beter dan wie ook wat het is om in armoede en sociale uitsluiting te leven. Tal van organisaties vertrekken vanuit de verhalen van mensen in armoede.

Om dit verder te kunnen bewerkstelligen en te ondersteunen nam Mieke Vogels ( Groen , toen Agelev) wettelijke initiatieven. Op 12 maart 2003 keurde het Vlaams parlement het Vlaamse armoededecreet goed. Het decreet van minister van Welzijn Mieke Vogels ( toen Agalev, nu Groen ) legde de wettelijke basis van het participatieve armoedebeleid in Vlaanderen. Het decreet geeft ondersteuning aan verenigingen waar armen het woord voeren via de oprichting van een Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen (nu  Vlaams Netwerk tegen Armoede) , het erkennen van de dialoogmethode en de oprichting van de opleiding ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting.



2.6.De nederlaag  van 2003.
 
Het jaar 2003 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Agalev. De federale regeringsdeelname wordt onvoldoende bevonden door de kiezer en de partij zakt bij de federale verkiezingen van 18 mei overal onder de kiesdrempel van 5 procent. Ze haalt geen enkele zetel en verliest haar partijdotatie. Die neergang kan niet alleen verklaard worden door de dioxinebonus van 1999 en de groenen buigen deemoedig het hoofd. Ze beseffen dat ze hun focus te veel op symbooldossiers gelegd hebben en vaak slecht communiceerden.

Dat werd hen evenmin in dank afgenomen door de coalitiepartners, die weinig collegiaal met de groenen omspringen.
Maar Agalev krijgt weinig tijd om zich te herpakken: in 2004 staan er in Vlaanderen, Brussel en Europa alweer verkiezingen op het programma. De politieke leiding neemt de verantwoordelijkheid voor de nederlaag op zich en maakt plaats een nieuwe generatie. Jos Geysels geeft de fakkel door aan Dirk Holemans, Vlaams volksvertegenwoordiger voor Agalev. Maar die laatste kan de rust niet onmiddellijk herstellen. Agalev blijft in de Vlaamse regering, maar wisselt wel haar ministers. Enkele voormalige parlementsleden lopen over naar andere partijen. De achterblijvers putten dan weer moed uit het succes van andere groene partijen in Europa en de oprichting van de Europese Groene Partij.

2.7. De omvorming tot Groen! 2003.


 

Na de korte chaotische periode komt Vera Dua aan het roer ,en zij brengt de rust terug bij het kamp van groen. En verder is het nog meer goed nieuws voor groen want hondert nieuwe leden melden zich aan. Intussen word er driftig getimmerd aan een nieuw inhoudelijk project. De sleutelwoorden van deze vernieuwde missie zijn solidariteit ,lange  termijn en grenzen. Om de vernieuwing volop duidelijk te maken kiezen zij ook direct voor en nieuwe naam( groen)! In November 2003 word Vera Dua de eerste groene voorzitter . Alle partijen worden grondig vernieuwd en nieuwe lading nieuw talent word klaar gestoomd . Voor het eerst mogen ze ook affiches gebruiken. Enkele oude principes sneuvelen om efficiënter te kunnen werken. Groen blijft de basisdemocratische kart trekken en een actief vrijwilligers beleid uit bouwen. Participatie en transparantie  zijn geen loze begrippen  bij de groenen .


2.8.De verkiezingen van 2004 en daarna.

De campagne voor de verkiezingen van 13 juni is een van de belangrijkste ooit uit de geschiedenis van de groene partij. Het voortbestaan van Groen! Stond immers op het spel. Groen! koos voor een gerichte campagne. Met als inzet “Vera zoekt… 280.000 mensen” worden alle creatieve en weinig kostende middelen ingezet voor een dynamische campagne. Groen! sprak duidelijk haar kiezers aan met de verkiezingsslogan “De bal ligt in uw kamp”. Het was een zeer spannende campagne, maar op de avond van de verkiezingen bleek dat Groen! het duidelijk gehaald heeft: voor het Vlaams Parlement haalt Groen! 7,6% van de stemmen, voor het Europees Parlement 7,99%. Na de verkiezingen beslist de partij om in de oppositie te gaan.
In de periode na de verkiezingen van 2004 keert de rust een beetje weer in de partij. Ondanks het feit dat de financiële en personele gevolgen van de nederlaag van 2003 nog zwaar doorwegen, wordt er hard gewerkt aan de versterking van de partij met het oog op de volgende jaren en de komende verkiezingen.


Er wordt sterk geïnvesteerd in inhoud met congressen in 2005 en 2006. Verder werd er ook ingezet  op intensief samenwerking met de Europese Groene Partij. En ondertussen zijn de voorbereiding volop bezig voor de lokale verkiezingen in oktober 2006 en de federale verkiezingen in het voorjaar van 2007.

2.9. De verkiezingen van 2007 , 2009, 2010, 2012 en daarna .

De federale verkiezingen van 2007 waren enorm belangrijk voor Groen! . Bij de vorige federale verkiezingen in 2003 waren ze immers al hun verkozenen in de kamer van volksvertegenwoordigers en senaat verloren. Na een succesvolle campagne haalt Groen! 4 verkozen parlementsleden en 1 verkozen senaatslid binnen. Later komt hier ook nog een gemeenschapssenator bij. Groen! Staat terug op de kaart en heeft opnieuw verkozenen in alle parlementen.
Na de verkiezingen van 2007 werd Mieke Vogels voorzitster van de partij.
In 2009 waren het regionale verkiezingen. De resultaten voor Groen! Waren positief. Ze gingen immers van 6 naar 7 verkozenen.
In het voorjaar van 2008 werd Wouter Van Besien, die bij de voorzittersverkiezingen tweede was, aangeduid als ondervoorzitter. Op 25 oktober 2009 volgde hij Vogels - die ontslag nam - op als voorzitter, terwijl Björn Rzoska ondervoorzitter werd. In 2013 werd die – nadat hij Vlaams parlementslid werd-  laatste opgevolgd door Elke Van den Brandt.
Op 22 april 2010 bood premier Yves Leterme het ontslag aan van de door hem geleide regering-Leterme II. Dit gebeurde nadat Open Vld bij monde van hun voorzitter, Alexander De Croo, liet weten uit de regering te stappen.Hierdoor kwamen er vervroegde federale verkiezingen , die plaatsvonden op zondag 13 juni 2010. Groen! Behaalde een mooi resultaat en ging van 4 naar 5 zetels in de kamer van volksvertegenwoordigers.

Op 11 januari 2012 veranderde de naam "Groen!" in "Groen". De partij nam ook een nieuw logo en een nieuwe ondertitel aan: "Werkt voor iedereen".




Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2013 deed Groen het zeer goed. In de meeste gemeentes waar ze opkwamen werd er winst geboekt. Voor het eerst slaagt de partij erin op provinciaal niveau deel uit te maken van het bestuur, namelijk in Vlaams-Brabant. Op zaterdag 15 december 2012 legde Luc Robijns de eed af als provinciaal gedeputeerde. Ook ging Groen in een aantal gemeentes en Antwerpse districtraden mee in de meerderheid.

Eerder dit jaar , in oktober 2013 hield Groen , in aanloop van de moeder der verkiezingen ( federale , regionale en Europese verkiezingen),  zijn Impulscongres waar ze het socio-economische luik van hun programma vernieuwden.





3. Verschil in de  geschiedenis van Groen en SP.A.

Zowel Groen als SP.A zijn beiden linkse partijen , maar er zijn toch een aantal verschillen wat betreft hun geschiedenis. Een van de grote verschillen is de tijdsperiode waarin beide partijen zijn ontstaan. Ook de maatschappijanalyse ( wat voor een stuk kan samenhangen met de tijdsperiode) verschilt.

Het ontstaan van  SP.A ( toen BWP) is  , net zoals die van vele andere sociaaldemocratische partijen, geworteld in de sociaal-economische problematieken  van de 19de eeuw. De industriële revolutie bracht toen tal van problemen met zich mee. Mensen waren op zoek naar werk en trokken hiervoor van het platteland naar de steden. Werk vonden ze vaak wel , maar het betekende amper een beter leven.

De arbeidsomstandigheden waren slecht. Er was geen arbeidsreglementering. Mensen moesten vaak 7 dagen op 7 werken , dagen van 15 uur en meer waren schering en inslag. De verloning was zeer laag , onvoldoende om een leven te kunnen opbouwen dat beantwoord aan de menselijke waardigheid. Vaak werd er niet in geld , maar in levensmiddelen uitbetaald. De huizen waarin de arbeiders woonden , die ze vaak huurden van de fabrieken waar ze werkten, vertoonden structurele gebreken op het vlak van woonkwaliteit, het waren echte krotwoningen. Er was geen of amper sociale zekerheid. Van een sociaal overlegmodel tussen werknemers en werkgevers ( zoals we die nu kennen) was er geen sprake. Er was veel armoede en sociale uitsluiting. Enkelvoudig stemrecht voor iedereen bestond niet. Het economisch liberalisme vierde hoogtij. Het is in deze socio-economische context dat er eerst socialistisch verzet ontstond en later de BWP werd opgericht. De doelstellingen waren grotere economische groei realiseren, sociale zekerheid voor zij die zonder werk zitten , een sociaal overlegmodel, recht om zich te verenigen en recht op sociale actie( zoals betogen), minimumlonen, betere levensomstandigheden, enz

Groen ( toen Agalev )  is  in  een andere tijdsperiode ontstaan , nl  1972-1982. De ecologisten vertrokken vanuit een andere maatschappijanalyse. De ecologisten vertrokken vanuit de vaststelling dat de klassieke politieke ideologieën en partijen ( de christen-democratie, de sociaal-democratie en het liberalisme) ondanks heel wat bewerkstelligd te hebben , toch falen in het aanpakken van bepaalde problemen , alsook een onvoldoende antwoord weten te formuleren op de problemen van de toekomst. Ondertussen was er een sociaal overlegmodel , een sociale zekerheid en minimumlonen. Dit heeft de ergste armoede doen verdwijnen . Toch moest worden vastgesteld dat ondanks een goede sociale bescherming er toch nog heel wat mensen in armoede leefden. Ondanks een goed uitgebouwd herverdelingsmechanisme , concludeerden de ecologisten dat de klassieke partijen er onvoldoende in geslaagd waren om de (re)productieprocessen van sociale ongelijkheid aan te pakken. Ook dienden er zich nieuwe problemen op , waar de andere partijen onvoldoende antwoorden op formuleerden, nl de ecologische problemen zoals milieuvervuiling , de consumptiemaatschappij , de vervuilende economie, de leefbaarheid van de omgeving, de eindigheid van fossiele brandstoffen , bewapening in de wereld, enz.. Het meer en meer duidelijk dat de huidige economie absoluut niet vriendelijk was voor de planeet en de mens en zorgde voor vergaande milieuvervuiling , afnamen van de biodiversiteit en mensen enorm onder druk zette. Het was ook de periode dat de sociale bewegingen ( zoals de Noord-Zuidverenigingen, milieuverenigingen, holebiverenigingen , vredesbewegingen, enz…) ontstonden en/of hun invloed op de politieke besluitvorming zagen toenemen. Milieuthema’s , eerlijke handel, ontwapening , de vraag naar holebirechten , de vraag naar een krachtgerichte armoedebestrijding ,  enz kwamen meer en meer op de voorgrond staan. Het was een periode van zich afzetten en in vraag stellen van bestaande machtsstructuren en het willen implementeren van een ander sociaal beleid en een ecologisch beleid.  Het is in deze  maatschappelijke context dat de beweging Agalev ontstond en aan sociale actie deden . Later richten mensen uit de beweging Agalev en uit de nieuwe sociale bewegingen de politieke partij Agalev op. Ondanks dat mensen uit buurt – en samenlevingsopbouwprojecten, Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu, Oxfam, Amnesty International, Elcker-Ik , Artsen zonder grenzen en vredesbewegingen aan de wieg stonden van de partij Agalev , kwam er geen eigen groene zuil. Ook dit was typerend voor de periode, voor de nieuwe sociale bewegingen en de partij Agalev: goede samenwerking op het vlak van bepaalde dossiers , maar geen verzuiling.




Een ander opmerkelijk verschil is ( heeft met de tijdsperiode en de politieke veranderingen in België te maken) dat Groen in Vlaanderen en Ecolo in Wallonië beiden ongeveer in  dezelfde periode ontstonden, maar vooral los van elkaar Gewestsgebonden ontstonden. Ze waren niet zoals de SP.A die ontstond als de BWP en later in 2 splitsten in en Vlaamse SP (later SP.A) en een Waalse PS.  Toch is er een zeer goede samenwerking tussen Groen en Ecolo en vormen ze in het federale parlement een gemeenschappelijke fractie.